Bij de ontwikkeling van baby’s in de baarmoeder ontwikkelen zich de primaire reflexen. Deze beginnen zich te ontwikkelen vanaf negen weken na de conceptie. Reflexmatig reageren op prikkels om te kunnen groeien, te bewegen, te ontwikkelen.
Primaire reflexen worden geremd en houdingsreflexen worden dan ontwikkelt. Deze stellen je in staat om rechtop te staan, te lopen, te springen, ons te leren praten, lezen, schrijven en om rechtop te zitten zonder om te vallen. Deze reflexen hebben de rest van ons leven een functie.
Verschillende factoren kunnen de ontwikkeling en remmen van de reflexenpatronen en daarmee de ontwikkeling van het kind beïnvloeden of verstoren. Factoren die van invloed kunnen zijn is bijvoorbeeld: moeilijkheden in de zwangerschap, tijdens de geboorte en in het eerste levensjaar. Deze verstoring kan onder andere leiden tot problemen met lezen, schrijven, rekenen, concentratie en met de fijne en grove motoriek. Daarnaast kan het gedragsproblemen geven wat zich bijvoorbeeld kan uiten in (extreme) faalangst, slaapproblemen, prikkelgevoelig zijn.
Functies van de primaire reflexen zijn o.a:
De primaire reflexen zijn:
Na het eerste levensjaar moeten de primitieve reflexen geremd zijn zodat er ruimte komt voor de posturale reflexen, ook wel houdingsreflexen genoemd. Primitieve reflexen hebben dus een tijdelijke functie dit in tegestelling tot houdingsreflexen die het verdere leven actief blijven. Door het ontwikkelen van de houdingsreflexen krijgt de baby controle over zijn hoofd, ledematen en romp. Dit is onder andere nodig om te kunnen zitten, staan, lopen en om evenwicht te bewaren. Deze reflexen blijven de rest van het leven actief.
Functies van houdingsreflexen zijn:
De houdingsreflexen zijn:
Bovenstaande geeft in het kort aan wat reflexen zijn, wilt u meer van ieder afzonderlijk reflex weten, ga dan naar reflexen. Hier vindt u een uitgebreidere beschrijving van elk reflex
Bovenstaande informatie is ontleend aan: